Naar Empuriabrava

8 juni 2018 - Empuriabrava, Spanje

Vrijdag 8 juni 2018

Schreven we gisteren nog dat het een beetje een saaie dag was (voor de meelezers dan, wij genieten volop), vandaag is er meer spektakel te melden. We hebben een triatlon gedaan, zijn in de diepte gestort, hebben de allermooiste route tot nu toe gereden en zijn in Spanje bij de Middellandse Zee aangekomen. Genoeg emotie op één dag voor mensen van onze leeftijd.

Maar eerst even terug naar gisteravond. Na het schrijven van het blog hebben we heerlijk zitten uitbuiken op het terras. Toen het wat frisser werd zijn we naar binnen gegaan voor koffie met een glaasje whisky. De meisjes vonden het intussen bedtijd, Hans en Ad bleven nog even recreëren. Na een kwartier kwam Renée polshoogte nemen naar welke film op tv wij zaten te kijken, ze hoorde van die rare geluiden. Het bleek het gesnurk van Ad te zijn die blijkbaar niet geboeid was door het Franse weerbericht. “Nee hoor, ik slaap niet” probeerde Ad nog tegen te sputteren toen hij een dauw kreeg, “Ik oefen voor straks in bed.” Hans was het gesnurk in het geheel niet opgevallen, hij ging helemaal op in zijn boek, de verzamelde columns van Thijs Solleveld uit de NRC. Volgens Hans van harte aanbevolen vanwege zijn aardige schrijfstijl. We call it a day en kruipen allemaal ons bedje in.

Om zeven uur is er alweer geroezemoes in huize Roubos, zij zijn altijd een kwartier vroeger in de weer. Hans had beloofd verse broodjes te halen en gaat op zoek naar een boulanger in Maureillas 2 km verderop. Die zou al om half acht open zijn, maar dan moet je hem wel kunnen vinden. Het winkeltje met een pui van anderhalve meter breed wordt gevonden en een half uur later liggen de croissants op tafel. Na het ontbijt is het schoonmaken, optuigen en vertrekken geblazen, maar niet nadat we het jonge beheerdersstel complimenten gemaakt hebben over hun kasteeltje waar ze zo trots op zijn. Het wordt dankbaar ontvangen en ze zwaaien ons enthousiast uit. Camping Saint Martin is wat ons betreft zijn 4 sterren helemaal waard. Bij het binnenrijden van Maureillas treffen we al vlot de bordjes van de Pirenexus. Hoera, het gaat weer voorspoedig. We hebben geen boekje of beschrijving van de route, dus het is best spannend wat ons te wachten staat. Normaal vertrouwen we op onze reisleider, vaak ten onrechte overigens, want zijn beschrijving van de te rijden route blijkt stevast te optimistisch. Maar nu hebben we niks en dat is maar goed ook, anders hadden we deze route nooit gereden en hadden jullie weer een saai verslag voorgeschoteld gekregen. De klim is min of meer verwacht, maar blijkt langer dan gehoopt. Begint het nog met redelijk glad beton, de ondergrond verandert al ras in een drassig pad met grote stenen en diepe kuilen. In Frankrijk zie je vaak nog een bordje met chausée déformée, maar hier in Spanje, we zijn inmiddels ongemerkt de grens al overgegaan, blijkt wegonderhoud met de Franse slag gemeengoed te zijn. Het wordt echter zo bar dat we blij zijn dat we überhaupt (verwerpelijk germanisme) nog kunnen fietsen. Dat duurt echter niet lang, want het pad, van een weg is geen sprake meer, loopt met meer dan 12% omhoog waardoor zelfs Hans van de fiets moet en we verschillende stukken van enkele honderden meters moeten lopen, wat op deze glibberige ondergrond haast nog zwaarder is dan fietsen. Bij enkele bulten moet Marianne het duwen van de fiets met veel gevoel van hulpeloosheid uit handen geven. De beschrijving die we op oppad.nl hebben gelezen komt volledig overeen met onze ervaringen.

Zo’n beetje op het hoogste punt van de col worden we verrast door de vervallen resten van een Romeinse nederzetting, hoera cultuur. We neme ruim de tijd om dit stukje cultuurhistorie te aanschouwen en onze beentjes te laten recupereren, Zodra we het hoogste punt hebben gepasseerd wordt het er overigens niet makkelijker op. Het dalen is minstens zo avontuurlijk als het stijgen op deze zompige ondergrond met diepe sporen. Het laatste stuk voor de pauze gaat over een geitenpaadje van 20 cm breed door 50 cm hoog grasland, een pad dat we anders nooit en te nimmer zouden hebben gefietst als er geen bordje Pirenexus had gestaan. Na een helse afdaling waarbij continu remmen slechts resulteert in een gelijkblijvende ijzingwekkende snelheid die wel moet leiden naar een noodlottig ongeval, komen we wonder boven wonder toch ongeschonden aan het einde van dit lijden. Quasi nonchalant alsof we net uit Nederland zijn komen fietsen rijden we Jonquera binnen, een drukke grensplaats waar we hoognodig koffie moeten scoren. We eten er een donut bij en komen weer een beetje op adem na het enerverende begin van deze dagtocht. Op het terras maken we nog een stel autochtonen helemaal gek door te vertellen dat we op de fiets vanuit Nederland zijn gekomen. We zeggen er niet bij dat we twee jaar geleden al begonnen zijn.

Als we gelaafd en vol goede moed aan het volgende deel van de etappe beginnen, blijkt het lijden nog niet voorbij. De alternatieve route die Hans ons wijst blijkt 2 km straf omhoog te gaan met stukken boven 10 % wat voor Ad wederom lopen betekent. Maar eenmaal boven op de hoogvlakte gekomen worden we beloond met een werkelijk fantastisch landschap. Het lijkt wel een Afrikaanse savanne, compleet met woestijnrozen, een prachtig bloeiende cactussoort, en heel veel fraaie vergezichten. Na het fietsen en lopen maken we de triathlontraining compleet als we door 30 cm diep water moeten waden. Renée stelt nog voor om even een duik te nemen, het was haar idee om de Pirenexus te fietsen, maar wij zijn helemaal klaar met de alternatieve sporten. Als we met veel gevoel voor drama het water doorkruisen horen we onverwachts verstaanbare aanmoedigingen en jawel, een stel Nederlandse toeristen heeft hier een vakantieplek gevonden. Deze wrede verstoring van ons alleen-op-de-wereld-gevoel komt hard aan op deze toch al zo zware dag. De bewoonde wereld komt weer in zicht en we fietsen Peralada binnen. Hoewel de kilometers maar langzaam vorderen door het vele stoppen voor foto’s, het doen van een plasje en het controleren van de route op de telefoon, vordert de tijd gestaag en wordt het tijd voor een versnapering. We vinden een bar op een aardig pleintje en besluiten tegen beter weten in alvast maar aan het bier te gaan. Het smaakt ons zo goed dat een tweede ronde niet kan uitblijven wat een enorme boost aan onze stemming geeft. Hans wordt zelfs zo vrolijk dat hij schelmse praatjes gaat verkondigen wat tot een onverwachte opleving van een stel dooie toeristen aan het tafeltje naast ons leidt. Het blijken Belgen te zijn die zich laven aan onze hoge EE (expressed emotion).

Na het bier, de heerlijke olijven en nachos met guacamole moeten we toch de laatste 15 km naar de kust nog wegtrappen. Het blijft ons geheim of het de drank was, een stukje hysterisch drama of gewoon domme pech, feit is dat de buiteling die Renée maakt in het talud een halve meter lager dermate elegant is met beide benen hoog in de lucht, dat ik dat deze vakantie niet verbeterd zie worden. Onmiddelijk stopt een hevig geschrokken Spanjaard die Renée overeind helpt en tot zijn teleurstelling merkt dat mond-op-mond beademing niet nodig is. Gelukkig is de weg naar Empuriabrava vrijwel vlak, maar moeten we om eindeloos veel modderpoelen slalommen en staat een flinke zeebries recht tegen. Onze verzuurde benen geven echter niet op en om een uur of vier, veel later dan gewoonlijk bereiken we ons einddoel voor vandaag. Castell Mar blijkt een typisch Spaanse Middellandse Zee camping te zijn. De afgemeten plekken strak in het gelid, schoon sanitair, een mini supermarkt en een maxi terras. We zetten snel onze tentjes op, maken een biertje soldaat, nemen een douche, ruimen de tent in en besluiten maar te gaan eten, het is inmiddels al negen uur in de avond, maar dat is in Spanje nog zeker niet laat. De steaks en zalm smaken ons prima en zelfs de te koude rode wijn kan ons nog bekoren. Nee, lastige klanten zijn wij echt niet. Toch wordt ons incasseringsvermogen nog eenmaal op de proef gesteld als de animatie-brigade act de présence geeft. Na 20 keer de trailer van de nieuwste smurfenfilm op een reusachtig scherm te hebben doorstaan, worden we getrakteerd op een heuse karaoke. Een vrolijke jongeman probeert veel te enthousiast zijn gebrek aan zangkwaliteiten te compenseren voor de drie toeristen die met de rug naar het podium zitten. Het meisje doet het een stuk beter met een stem die ons doet denken aan Janis Joplin. Al met al was het een dag die we heel anders zouden hebben gepland, maar waar we met genoegen aan zullen terugdenken.

Foto’s

1 Reactie

  1. Joske:
    9 juni 2018
    Wow, vandaag alle lof voor de foto's. Gewoon jaloersmakend. Wat een schitterende omgeving. En een mooi bewijs dat het blog niet louter bestaat uit alleen maar superlatieven, maar gewoon een waarheidsgetrouwe omschrijving is. Het geeft net dat beetje extra om te lezen hoe jullie de omgeving ervaren.
    En respect voor jullie doorzettingsvermogen. Vandaag geldt zeker voor jullie; "no matter where we go, the journey is the destination".