Over de vlakte van La Mancha

15 mei 2022 - Robledo, Spanje

Vanuit Alarcón vertrekken is een lust voor het oog. De zon straalt prachtig over het stadje en de omgeving en door de rust kun je je met een beetje verbeelding zo in de Middeleeuwen wanen. We hebben vanochtend ontbeten met een kwarktoetje en een kopje thee en gaan bijtijds voor de koffie met wat lekkers, zo is het plan. Inderdaad treffen we na 15 kilometer niet één, maar twee gelegenheden waar we kunnen gaan zitten. Links een tweesterren hotel, rechts een koffiebar achter een tankstation. Na ampel beraad wordt besloten dat we overwegend links georiënteerd zijn. Renée en Marianne gaan binnen kijken of er iets lekkers bij de koffie te verkrijgen valt en komen hoogst verontwaardigd terug op het terras. Wat een onbehoorlijke en onaardige bediening daarbinnen zeg, ongelooflijk, wat een vreselijke bullebak. De boys glimlachen minzaam en zijn tevreden te horen dat er blijkbaar mannen zijn die nog meer kritiek verdienen dan zijzelf. De koffie smaakt evenwel uitstekend en we bestellen een tweede ronde, bij een veel vriendelijker bediende. We vervolgen onze reis over de eindeloos lange rechte wegen van La Mancha. Met een lichte bries tegen fietsen we makkelijk 25 km/u en schieten flink op. Er zijn ook weinig plekken die ons nopen te stoppen om een foto te maken of lekker beschut even te pauzeren. Marianne komt bij lange na niet aan haar gebruikelijke dosis nicotine. De tocht vandaag is eerder minder interessant dan echt saai te noemen. Er is altijd wel weer wat nieuws te zien, maar minder spectaculair dan wat we de vorige dagen kregen voorgeschoteld. De etappe is een derde korter dan gisteren en telt maar weinig hoogtemeters, maar voelt door de warmte toch als redelijk pittig. We zijn dan ook blij wanneer we La Roda binnenrijden en haast direct bij hotel Flor de la Mancha aankomen. Het is een prachtig gedateerd hotel, redelijk netjes onderhouden, maar ook een beetje vergane glorie. Op welhaast elk stukje muur in het hotel prijken licht verkleurde foto’s van toreadors, al dan niet in actie in de arena. Het zijn ooit de helden van het land geweest en misschien voor sommigen nog steeds. We frissen ons wat op en hebben weinig zin om de stad in te gaan voor ons avondmaal. We doen eerst wat boodschappen bij de naburige super voor de tocht van morgen. We zijn erg tevreden over het vullen van de bidons met aquarius, een soort sportdrank, en het peuzelen van mandarijntjes na het bedwingen van een col. Voor Spaans begrip aan de vroege kant, het is pas acht uur in de avond, bekijken we de alleszins redelijke menukaart van het hotel en maken een keuze. Wij zijn makkelijke gasten, dus dat lukt probleemloos. Als we aan de koffie toe zijn, schuift een Nederlandse vertegenwoordiger voor opslag van aardappelen en uien ongevraagd bij ons aan tafel. Hij hoorde landgenoten praten en dacht dat die vast wel om een praatje verlegen zaten. Niet dus, en op elegante wijze wordt de wat moeizaam babbelende man afgepoeierd. Wij zoeken ons bedje op zodat we morgenochtend vroeg op pad kunnen en het grootste deel van de etappe vóór de middaghitte hebben afgelegd.

Inderdaad lukt het ons om bijtijds op de fiets te zitten. Na het slepen van de toch weer te zware fietstassen van de derde etage naar de begane grond wordt er opgetast en vertrekken we in heerlijk fietsweer naar Robledo. De tocht is afwisselender dan de voorgaande dagen, maar niet veel zwaarder, alleen wat langer. Het is elke dag weer spannend om te horen hoe reisleider Hans zich in allerhande bochten wringt om onverenigbare wensen te doen samensmelten in het op één na beste compromis want, zo zegt hij, “er moet altijd wat te wensen blijven voor een volgende keer”. Die wensen zijn overigens bescheiden: een korte etappe met weinig hoogtemeters in heerlijk zonnig maar niet te warm fietsweer, met spectaculaire vergezichten over afwisselend landschap, goede wegen met weinig of geen verkeer, af en toe een overstekende familie herten, op gepaste afstanden een uitspanning waar heerlijke koffie en dito gebak geserveerd wordt en als het kan elke dag een zwerm gieren hoog in de lucht en een paar op ooghoogte. Wat een imposante vogels zijn dat als je ze van nabij bekijkt. Vanwege een jarenlange overpeinzing van Jeroen hebben we een klein veldexperiment gedaan. Hij vraagt zich af of gieren, die algemeen bekend staan om hun uitzonderlijk goede gezichtsvermogen, in een enkel geval behept kunnen zijn met een oogafwijking. Wij hebben de proef op de som genomen en zijn als een dood varken langs de kant van de weg gaan liggen, maar trokken geen moment de aandacht van de rondcirkelende gieren. Blijkbaar is het aasgieren volstrekt duidelijk dat wij dood noch levend, de moeite van nadere inspectie waard zijn.

Over een lekker hapje gesproken, we lusten wel weer wat. In Barrax hebben we koffie gedronken, maar in Tiriez zijn we aan wat stevigers toe en bestellen een bocadillo die heerlijk dik belegd is. Hiermee kunnen we de klim direct na het verlaten van het dorp wel weer aan. Over dat klimmen gesproken, dat is een dingetje van een eerdere fietsvakantie. Ergens in de Pyreneeën troffen we in het dorpje waar we gingen ontbijten een enorme massa mensen aan die meededen aan een sportief evenement “FLAT IS BORING”. Sindsdien komt dat bij elke heuvel of serieuze klim die we moeten overwinnen terug als een soort aanmoediging. Het is een volledig andere beleving van fietsen dan wat er in Nederland te vinden is. Natuurlijk hebben wij ook een paar heuveltjes en zelfs een paar echt steile klimmen. Maar waar in Nederland vind je een klim van 10 kilometer die 6, 7 of 8 procent aan gemiddelde stijging heeft? Een uur of langer, met bagage, tegen een flinke helling op fietsen, is als een beleefdheidsbezoek aan opdringerige ongezellige buren. Je weet dat er een eind aan komt, maar het duurt altijd langer dan je lief is. Toen we op onze Koga WorldTravellers gingen proefrijden, probeerden we uiteraard het lichtste verzet uit. Het moet een belachelijk gezicht geweest zijn om twee bejaarden op een vlakke weg met een traptempo van 90 stapvoets te zien rijden op een ebike. Hier in Spanje zijn we heel blij met dat lichtste verzet, al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat we het dankzij de ondersteuning niet heel vaak gebruiken. Misschien als we langere tochten gaan maken (100+ km) en spaarzaam met de accu moeten zijn, zullen we het meer gebruiken.

Het laatste deel van deze dag fietsen we over een Via Verda, een fietspad dat over een voormalig tracé van een trein loopt. Het enige dat gedaan is om er een fietspad van te maken is het weghalen van rails en bielzen, zo lijkt het. De ondergrond is half verhard volgens het boekje en dat houdt in dat er soms een strook beton ligt die half vergaan is en soms een ondergrond van aangestampt zand met hier en daar wat kiezels en keien. Ach, we hebben al zoveel moois gezien dat we op de koop toenemen dat we we nu een paar kilometer de Spaans grond onder onze wielen nauwgezet bekijken. Ook deze Via Verda is aangelegd met een aantal tunnels, maar deze zijn onverlicht. Ondanks een flinke lichtbundel van onze fietsen wordt elke lichtstraal opgeslokt door de duisternis en lijkt het alsof je tegen een zwarte muur aan rijdt. De paniek slaat Renée om het hart en de volgende tunnels nemen we in slagorde opstelling: één voor, één naast en één achter Renée, zodat ontsnappen niet mogelijk is. Ze moet er “cold turkey” doorheen. Gelukkig is een Via Verda vrij vlak en met 1 of 2 procent stijging hebben wij geen moeite meer.

Het onderkomen voor vannacht ligt aan het fietspad, een kilometer buiten Robledo. Het ziet er verlaten uit en we fietsen door naar het dorpje, waar ook al niets te beleven lijkt. Gelukkig wel een terras om even te verpozen. We bellen de contactpersoon en spreken een tijd af om in te checken. Eenmaal bij het huis gearriveerd blijkt de verhuurder niet de juiste sleutel bij zich te hebben. Aan de telefoon hoorde Hans feestgedruis op de achtergrond, dus hij zal wel balen dat wij er tussendoor komen. Met de juiste sleutel is het echter niet afgedaan. De geiser is niet aan de praat te krijgen, de badkamer staat vol water nadat Renée de deur van de wasmachine opentrok en uiteindelijk moeten we verkassen naar het naastgelegen grotere appartement dat nog vrij is. Sowieso zijn wij de enige levende zielen in een kilometer omtrek. Het pand heeft waarschijnlijk betere tijden gekend en ooit de allure gehad van een luxe vakantiehuis, maar is behoorlijk achteruit gegaan door gebrek aan onderhoud. De douchekop spuit meer opzij dan naar beneden, maar goed, het water is warm. Tot groot plezier van de meisjes staat hier een wasmachine die het prima doet. Met de eerder gekochte boodschappen prutsen we een lekkere eier-tonijnsalade in elkaar. Met koffie en chocolade sluiten we een alweer mooie vakantiedag af. Ons glas is nog steeds halfvol.

Foto’s

6 Reacties

  1. Barbara:
    20 mei 2022
    Weer een mooi verhaal en foto's en nog steeds met veel plezier fietsen jullie verder en verder. Kijk uit naar de volgende blog ☀️🚲👍
  2. Petra:
    21 mei 2022
    Wow, prachtige foto's met vergezichten
  3. Joske Roosnek:
    22 mei 2022
    Naast de vele complimenten voor de schrijver voor de altijd vermakelijke, soms amusante, onderhoudende, kolderieke of spitsvondige verhalen, ook een groot compliment voor de reisleider. Door zijn minutieuze, met militaire precisie aan voorbereiding, mogen wij meegenieten van de mooiste routes en plekken die dit land te bieden heeft. Heerlijk om regelmatig even op afstand mee te genieten met een goede kop koffie (helaas zonder de dagelijkse gebakjes, die krijgen we er niet zo snel af aangezien er niet dagelijks gefietst wordt).
  4. Roand Rouw:
    23 mei 2022
    Alweer een leuk reisverhaal, veel fietsplezier.
  5. Syd en Margo:
    24 mei 2022
    Heerlijk Ad om je verhaal weer te kezen en mee te beleven
  6. Jeroen:
    24 mei 2022
    Blij dat jullie tunnels en gieren overleefd hebben!