We blijven in Olot

15 juni 2018 - Olot, Spanje

Vrijdag 15 juni 2018

Gisteravond hebben we werkoverleg gehad en besloten dat we gezien de weersvoorspelling, de mooie omgeving hier en de wens niet langer dan noodzakelijk in de drukte aan de kust te hoeven verblijven om vandaag de tweede van de drie spaardagen op te maken. We blijven dus een dagje op de camping en we mogen alweer uitslapen. Dat lukt redelijk goed en als ook Renée als laatste om vijf over negen uit de tent kruipt zijn we nog veel te vroeg voor ontbijt. De kampwinkel gaat pas om tien uur open. We nemen alvast een kopje thee en maken plannen voor de dag. Een rondrit door de omgeving staat zeker op het programma en daar zijn ruim voldoende mogelijkheden voor. Tegenover ons kampeert een jongeman die een vierdaags tripje maakt en een tip heeft om een bijzonder oud Romeins kerkje te bekijken midden in het bos, de Ermita De Sant Marti Del Corb (foto). Daar gaat de tocht straks als eerste naartoe. Het stokbrood van de kampwinkel is niet erg smakelijk afgebakken, maar het is met wat extra jam nog wel te pruimen. Nog een extra kopje thee of koffie om het weg te spoelen, ach, wat zijn wij toch makkelijke gasten.

Dan wordt er geluierd, gelezen, tassen nog maar eens opnieuw ingepakt, fiets niet gepoetst en de route alvast verkend op tablet en gps. Na het middaguur trekken we Hans los van zijn razend spannende boek, de nieuwste Nicci French, en stappen op de fiets. Camping af, stukje naar links, eerste afslag rechts en ja hoor hoor, we worden letterlijk en figuurlijk het bos ingestuurd. De route gaat over bijzonder ongemakkelijke bospaden met veel stenen, boomstronken, mul zand en diepe kuilen. Niet te fietsen volgens Renée die we na de eerste kruising al gelijk kwijt zijn. Een mobieltje is toch een handige uitvinding voor dit soort situaties. We geven ons niet zomaar gewonnen en na drie kwartier ploeteren, stukken lopen, schelden en tieren komen we bij de weg omhoog die naar het bewuste kerkje moet leiden. Te steil om te fietsen parkeren we de fiets en lopen de laatste 300 meter, terwijl Renée alles bij elkaar vloekt, zodat ze klaar is met vloeken als we bij het Heilig Huisje aankomen. Het kerkje is afgesloten, maar we kunnen door de tralies voor de open ramen naar binnen kijken. We zien niks in het donker, maar een flitsfoto verraadt dat hier al vele jaren niet is gepreekt. Het gebouwtje meet 5 bij 10 meter en lijkt inderdaad heel erg oud. Ook weer gehad. We lopen terug naar de fietsen, waar Ad tot de ontdekking komt dat hij zijn fietssleutel kwijt is. Gelukkig heeft hij een reservesleutel meegenomen, maar die ligt helaas in de auto in Beziers, da’s toch ruim 200 km lopen. Teruglopend naar het kerkje doet hij een schietgebedje en vindt zowaar het sleuteltje midden op het pad, het is een wonder. 

Het volgende doel is om naar Santa Pau te fietsen, een stadje van alweer cultuurhistorische betekenis, we zijn goed bezig vandaag. Maar hoe daar te komen zonder de stemming die bij vakantie vieren hoort te verpesten met onbegaanbare wegen? De meerderheid, bij twee tegen twee geven de meisjes de doorslag, kiest voor asfalt en geven de spanning op van “zullen we het redden of moeten we 112 bellen?” Na nog een paar kilometer geklooi met waardeloze bonkige paden die ongegeneerd steil omhoog gaan komen we op de asfaltweg naar Santa Pau. Het blijkt een dorpje met een heel oude dorpskern die rond het Placa Major is gebouwd, superleuk. We drinken wat op het enige terras dat het dorp rijk is en treffen een stel enthousiaste bejaarden uit Nederland. Zij zijn hier met de auto, maar waren ooit fervente fietsers, dus zeer geïnteresseerd in onze verhalen. De man van het stel dan, de vrouw heeft vooral behoefte haar verhaal te vertellen van haar dochter die met een vriendin naar Zuid-Afrika heeft gefietst. Hans vult gelijk zijn bucketlist aan: dwars door Afrika fietsen. We stappen op in de veronderstelling dat we een makkelijk rondje om de kerk kunnen fietsen en dan retour camping. Helaas, het is onze dag niet. Na 150 traptreden met de fiets op de schouder is het terug net zo ver als doorlopen (denken we) en we gaan dus door. We zijn jaloers op wielrenners die een fietsje van 6 kilo hebben, een ebike weegt vier keer zoveel. Helemaal klaar met toeristische routes gaan Marianne en Renée over de asfaltweg retour camping, terwijl Hans en Ad nog één keer een alternatieve route proberen, het moet een keer lukken. En jawel, wij fietsen prachtig mooi, wel tot aan 13% maar dat is zonder bagage best te doen voor de bikkels.

Dan moet er nog gegeten worden en dat gaan we vandaag zelf bereiden. “We” zijn de meisjes, want Hans doet boodschappen en Ad moet bloggen en zijn dus vrijgesteld van kokkerellen. Dat is maar goed ook want het voedzame eiergerecht met champignons maar zonder prei, ui en nog wat dat de meisjes in elkaar prutsen smaakt heerlijk. Temeer omdat het vergezeld wordt van meloen met ham, stokbrood met kaas en zontomaatjes en dat alles lekker wegspoeld met een bijpassend wijntje. We besluiten ons diner met koffie en echte chocola. We zitten al aardig op hoogte en dat merk je aan de temperatuur, dus duiken we bijtijds ons bedje in. Morgen wacht de eerste echt serieuze lange klim.

Foto’s

2 Reacties

  1. Petra en René:
    16 juni 2018
    Wederom mooi verhaal en mooie foto's. Een echte "rustdag" is het niet geweest. Ad houd je wel tijd over, je probeert inderdaad veel optie "e" aan ons lezers te geven. Petje af. Luitjes veel succes met de klim morgen.
  2. Marja Cornel:
    17 juni 2018
    Wat een heerlijk verhaal weer, alsof wij erbij zijn geweest!
    Veel succes en plezier verder( over behoorlijke wegen!!)